Statuten van de Zwolsche Roei- en Zeilvereeniging
Naam en zetel
Artikel 1. De vereniging draagt de naam Zwolsche Roei- en Zeilvereeniging (bij afkorting ook genaamd: ZRZV).
Rechtsbevoegdheid
Artikel 2. De vereniging bezit volledige rechtsbevoegdheid en is ingeschreven in het register, bedoeld in artikel 2.29 van het Burgerlijk Wetboek.
Organen
Artikel 3.
Organen van de vereniging zijn:
a. het algemeen bestuur;
b. de algemene vergadering;
c. de commissie, bedoeld in artikel 10 alsmede
d. de commissies met beslissingsbevoegdheid, bedoeld in artikel 23.
Doel; duur
Artikel 4.
1. De vereniging stelt zich ten doel de beoefening en de bevordering van de watersport; in het
bijzonder van de roei- en zeilsport.
2. De vereniging is opgericht op vijfentwintig september achttienhonderdzevenentachtig (25-09-
1887) onder de naam: Zwolsche Zeil- en Roeivereeniging, gevestigd te Zwolle, en is aangegaan voor onbepaalde tijd.
Middelen
Artikel 5.
De vereniging tracht haar doel te bereiken door:
1. lid te zijn van zowel de Koninklijke Nederlandsche Roeibond, gevestigd te Amsterdam als van het
Koninklijk Nederlands Watersport Verbond, gevestigd te Nieuwegein (beide hierna ook aangeduid
met: de bond);
2. aan de door de betreffende bonden georganiseerde of goedgekeurde evenementen (zowel
binnen- als buitenlands) zoveel mogelijk deel te nemen;
3. evenementen te organiseren die passen binnen de doelstelling van de vereniging; 4. de gemeenschappelijke belangen van de leden te behartigen, alsmede
5. alles te doen wat tot het in artikel 4 bedoelde doel bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin van
het woord.
Artikel 6.
1. Leden kunnen alleen zijn natuurlijke personen die op hun verzoek als lid tot de vereniging zijn
toegelaten.
2. Een verzoek als vorenbedoeld dient schriftelijk bij het algemeen bestuur van de vereniging te
worden ingediend.
3. De vereniging kent een ledenregister waarin zijn opgenomen de namen, adressen, geboortedata
en andere gegevens van de leden en de begunstigers die van belang kunnen zijn in verband met de activiteiten van de vereniging.
Artikel 7.
1. De vereniging kent:
a. juniorleden;
b. studentleden;
c. seniorleden;
d. sociëteitsleden;
e. ereleden;
f. leden van verdienste.
2. Juniorleden zijn leden die op een januari van het lopend verenigingsjaar de leeftijd van twaalf jaar wel, maar die van achttien jaar nog niet hebben bereikt. Het algemeen bestuur kan dispensatie verlenen van de leeftijdsgrens van twaalf jaar.
3. Juniorleden hebben tegenover de vereniging dezelfde rechten en verplichtingen als een seniorlid, met dien verstande evenwel dat zij niet in enig orgaan van de vereniging tot lid kunnen worden benoemd. Het verzoek tot toelating tot het junior-lidmaatschap dient te geschieden door zijn/haar wettelijke vertegenwoordiger op de wijze als gemeld in artikel 6 lid 2.
4. Studentleden zijn leden die de leeftijd van 27 jaar nog niet hebben bereikt en die ingeschreven staan bij een instelling voor dagonderwijs in Nederland.
5. Seniorleden zijn leden die op een januari van het lopende verenigingsjaar de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt.
6. Sociëteitsleden zijn zij die op een januari van het lopende verenigingsjaar de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt en die bij hun verzoek om toelating tot het lidmaatschap van de vereniging uitdrukkelijk de wens te kennen hebben gegeven enkel en alleen deel te willen nemen aan het sociëteitsleven binnen de vereniging. Zij hebben tegenover de vereniging dezelfde rechten en verplichtingen als een seniorlid, met dien verstande evenwel dat zij geen stemrecht hebben en niet in enig orgaan van de vereniging als lid kunnen worden toegelaten.
7. Ereleden zijn leden die wegens hun uitzonderlijke diensten aan de vereniging bewezen, door de algemene vergadering op voorstel van het algemeen bestuur als zodanig zijn benoemd. Ereleden zijn vrijgesteld van de verplichting tot betaling van contributie.
8. Leden van verdienste zijn leden die op grond van hun bijzondere prestaties of verdienste binnen de roei- respectievelijk de zeilsport, door de algemene vergadering op voorstel van het algemeen bestuur als zodanig zijn benoemd.
9. Waar verder in deze statuten of in de reglementen wordt gesproken van leden, worden daaronder verstaan zowel de seniorleden als de juniorleden, de sociëteitsleden, de ereleden en de leden van verdienste, tenzij het tegendeel is bepaald of uit het zinsverband blijkt.
Verplichtingen
Artikel 8.
1. De leden zijn verplicht:
a. kennis te nemen van de statuten en reglementen van de vereniging zoals deze digitaal beschikbaar worden gesteld;
b. de statuten en reglementen van de vereniging, alsmede de besluiten van haar organen als bedoeld in artikel 3 na te leven;
c. de aanwijzingen welke worden gegeven door leden van het algemeen bestuur met het oog op de handhaving van de orde, de veiligheid of het zorgvuldig gebruik van de eigendommen van de vereniging onverwijld op te volgen;
d. de belangen van de vereniging te bevorderen;
e. alle overige verplichtingen te aanvaarden en na te komen, welke uit het lidmaatschap
voortvloeien of welke de vereniging in naam van haar leden aangaat;
f. bij deelname aan evenementen de statuten en reglementen van de betreffende sportbond
na te leven.
2. Op leden die gerechtigd zijn om aan wedstrijdactiviteiten binnen de zeilsport deel te nemen zijn
de statuten en reglementen van het Koninklijk Nederlands Watersport Verbond van toepassing.
3. Een lid kan de toepasselijkheid van een besluit waarbij zijn verplichtingen anders dan van geldelijke aard zijn verzwaard, door opzegging van het lidmaatschap te zijnen opzichte uitsluiten, mits de opzegging geschiedt binnen een maand nadat het bedoelde besluit aan het lid is bekend geworden of is medegedeeld.
Tuchtrechtspraak
Artikel 9.
1. In het algemeen zal strafbaar zijn: handelen of nalaten in strijd met de in artikel 8, eerste lid,
genoemde verplichtingen.
2. Voor zover deze bevoegdheid niet is opgedragen aan een commissie als bedoeld in artikel 10, is
het algemeen bestuur bevoegd om de volgende straffen op te leggen in het geval van overtredingen als bedoeld in lid 1:
a. berisping;
b. tuchtrechtelijke boete;
c. uitsluiting van het namens de ZRZV deelnemen aan wedstrijden;
d. ontzegging van het recht om een of meer functies uit te oefenen of om deel uit te maken
van een ZRZV-wedstrijdploeg;
e. schorsing;
f. ontzetting (royement).
3. Gedurende de periode dat een lid is geschorst, heeft hij als lid geen toegang tot een algemene
vergadering en kan hij aldaar niet aan de stemming deelnemen, terwijl hem bovendien gedurende
deze periode ook andere aan het lidmaatschap verbonden rechten kunnen worden ontzegd.
4. Ontzetting kan slechts worden uitgesproken indien een lid in ernstige mate in strijd met de
statuten of reglementen van de vereniging en/of besluiten van zijn organen handelt, dan wel de vereniging op onredelijke wijze benadeelt. Een ontzetting kan slechts door het algemeen bestuur worden uitgesproken.
5. Nadat het algemeen bestuur tot ontzetting heeft besloten, wordt het betrokken lid ten spoedigste door middel van een aangetekend schrijven van het besluit in kennis gesteld met opgave van redenen.
6. De betrokkene is bevoegd binnen één maand na ontvangst van deze kennisgeving in beroep te gaan bij de algemene vergadering, die in haar eerstvolgende vergadering met een meerderheid van uitgebrachte geldige stemmen beslist. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst, met dien verstande, dat de betrokkene voor het voeren van verweer toegang heeft tot de eerstvolgende algemene vergadering en bevoegd is aldaar het woord te voeren. De betrokkene is tevens bevoegd zich in bedoelde vergadering door een raadsman te doen bijstaan.
7. Ingeval van overtreding van wedstrijdbepalingen, alsmede van de statuten, reglementen en/of besluiten van organen van de betreffende sportbond is het betrokken lid tevens onderworpen aan de bepalingen met betrekking tot de tuchtrechtspraak van die sportbond.
Geschillen
Artikel 10.
1. Indien tussen een bestuur of een bestuurslid in hoedanigheid van bestuur/bestuurslid enerzijds
en een lid van de vereniging anderzijds een geschil mocht ontstaan dat onderling niet kan worden
opgelost, kan ieder der partijen het geschil voorleggen aan een geschillencommissie.
2. Een lid van deze commissie zal worden aangewezen door het algemeen bestuur en een tweede lid
door het betreffende lid van de vereniging. Deze twee commissieleden zullen samen een derde commissielid aanwijzen. De aldus gevormde geschillencommissie zal binnen een maand na haar vorming een voor beide partijen bindende uitspraak doen ter zake van het geschil.
3. Tot lid van de geschillencommissie zijn niet benoembaar:
a. niet-leden van de vereniging;
b. bestuursleden;
c. leden die de leeftijd van eenentwintig jaar nog niet hebben bereikt;
d. geschorste leden;
e. voormalige leden van wie het lidmaatschap van de vereniging is geëindigd tengevolge van
ontzetting;
f. de levenspartners van betrokken partijen;
g. van betrokken partijen en hun levenspartners de familieleden tot en met de 2e graad en hun
levenspartners.
Doping- en tuchtreglementen van sportbonden
Artikel 11
De leden van de vereniging zijn verplicht om:
1. het Nationaal Dopingreglement Nederlandse Sport (Dopingreglement) en het tuchtreglement van
de Koninklijke Nederlandsche Roeibond (KNRB) en van andere bonden, waarbij de vereniging is aangesloten, zoals die thans luiden of te eniger tijd in gewijzigde vorm luiden, op hen te aanvaarden en daaruit voortvloeiende verplichtingen na te leven en om – indien vereist – aan de uitvoering van die bepalingen hun medewerking te verlenen;
2. in geval van (verdenking van een) overtreding van het Dopingreglement en/of het tuchtreglement van de KNRB of van andere bonden, waarbij de vereniging is aangesloten, te allen tijde en zonder enig voorbehoud volledig de toepasselijkheid op hen van het Dopingreglement en/of de tuchtrechtspraak van de KNRB, zoals neergelegd in of vanwege de statuten van de KNRB, te aanvaarden;
3. de sancties, die op grond van dit Dopingreglement en/of tuchtreglement aan hen worden opgelegd, bij onherroepelijk worden van deze sancties, te aanvaarden, en
4. te aanvaarden dat deze sancties een grond kunnen zijn voor ontzetting uit het lidmaatschap. De op grond van het Dopingreglement en/of tuchtreglement aan een lid van de vereniging opgelegde sancties kunnen, bij onherroepelijk worden van deze sancties, een grond zijn voor ontzetting van het lid uit het lidmaatschap van de vereniging.
Geldmiddelen
Artikel 12.
1. De geldmiddelen van de vereniging bestaan uit:
a. contributie van de leden;
b. entreegeld van leden die voor de eerste keer tot de vereniging toetreden;
c. ontvangsten uit wedstrijden;
d. andere inkomsten.
2. De leden zijn jaarlijks gehouden tot het betalen van contributie. De algemene vergadering stelt jaarlijks de hoogte van de contributie en van het entreegeld vast.
3. De leden kunnen in categorieën worden ingedeeld, die een verschillende contributie en entreegeld betalen.
4. Wanneer het lidmaatschap in de loop van het boekjaar eindigt, blijft niettemin de contributie voor het gehele boekjaar verschuldigd. Het algemeen bestuur kan hiervan dispensatie verlenen.
Einde lidmaatschap
Artikel 13.
1. Het lidmaatschap van de vereniging eindigt:
a. door overlijden van het lid;
b. door opzegging door het lid;
c. door opzegging namens de vereniging;
d. door ontzetting als bepaald in artikel 9 lid 4.
2. Opzegging namens de vereniging geschiedt door het algemeen bestuur. Opzegging namens de vereniging kan geschieden wanneer een lid heeft opgehouden aan de vereisten voor het lidmaatschap te voldoen, voor zover deze krachtens deze statuten worden gesteld, of wanneer hij
zijn verplichtingen jegens de vereniging niet nakomt.
3. Opzegging van het lidmaatschap door het lid of namens de vereniging kan slechts geschieden
tegen het eind van het boekjaar met inachtneming van een opzeggingstermijn van vier weken.
4. Een opzegging in strijd met het in het derde lid bepaalde doet het lidmaatschap eindigen op het
vroegst toegelaten tijdstip volgende op de datum, waartegen was opgezegd.
5. Wanneer echter van de vereniging of van het lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het
lidmaatschap te laten voortduren, kan het lidmaatschap met onmiddellijke ingang worden
opgezegd.
6. Wanneer een lid als lid van een sportbond wordt geroyeerd, dan wel door een sportbond
definitief wordt uitgesloten van het deelnemen aan wedstrijden of het uitoefenen van functies,
zal het algemeen bestuur het lid met onmiddellijke ingang het lidmaatschap opzeggen.
7. Een lid dat heeft opgezegd, wordt geacht nog lid te zijn tot ten hoogste het einde van het
boekjaar volgend op dat waarin werd opgezegd, zolang hij niet heeft voldaan aan zijn geldelijke verplichtingen ten opzichte van de vereniging, of zolang enige aangelegenheid waarbij hij betrokken is niet is afgewikkeld, de tenuitvoerlegging van een opgelegde straf daarin begrepen. Gedurende deze periode kan de betrokkene geen rechten uitoefenen, met uitzondering van het recht om binnen de gestelde termijn in beroep te gaan.
Donateurs/sponsoren
Artikel 14.
1. De vereniging kent behalve leden ook donateurs/sponsoren.
2. Donateurs/sponsoren zijn natuurlijke personen of rechtspersonen die door het algemeen bestuur
als donateur/sponsor zijn toegelaten en die zich jegens de vereniging verplichten om jaarlijks een
door het algemeen bestuur vastgestelde bijdrage te storten.
3. De rechten en verplichtingen van donateurs/sponsoren kunnen te allen tijde door de vereniging
of door de donateur door opzegging worden beëindigd, met dien verstande dat bij opzegging door de donateur/sponsor de jaarlijkse bijdrage voor het lopende boekjaar voor het geheel verschuldigd blijft.
4. Opzegging geschiedt door het algemeen bestuur.
5. Sponsorovereenkomsten kunnen slechts worden afgesloten door het algemeen bestuur.
Algemeen bestuur
Artikel 15.
1. Het algemeen bestuur van de vereniging bestaat uit tenminste drie en ten hoogste negen leden,
die door de algemene vergadering uit de leden worden gekozen.
2. Bestuursleden dienen de leeftijd van tenminste achttien jaar te hebben bereikt.
3. De voorzitter, de secretaris en de penningmeester worden in functie gekozen. Het algemeen
bestuur is vrij de overige bestuursfuncties en de daarbij behorende portefeuilles in te delen.
4. De bestuursleden worden benoemd door de algemene vergadering uit een door het bestuur
opgestelde voordracht. Gemelde voordracht dient ter kennis van de leden te worden gebracht uiterlijk tien dagen voor de jaarlijkse algemene vergadering bij gebreke waarvan geacht wordt geen kandidaatstelling te hebben plaatsgevonden.
5. Tot aan de aanvang van de algemene vergadering kunnen door tenminste tien stemgerechtigde leden kandidaten worden gesteld voor de functie van bestuurslid.
6. De bestuursleden treden drie jaar na hun verkiezing af volgens een door het algemeen bestuur op te maken rooster. In een tussentijdse vacature wordt in de eerstvolgende algemene vergadering voorzien. Wie in een tussentijdse vacature is verkozen, neemt op het rooster de plaats van zijn voorganger in. Bestuursleden hebben maximaal 6 jaar zitting in het algemeen bestuur.
7. Ieder bestuurslid is tegenover de vereniging gehouden tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak. Indien het een aangelegenheid betreft die tot de werkkring van twee of meer bestuursleden behoort, is ieder van hen hoofdelijk aansprakelijk tegenover de vereniging, tenzij
hij bewijst dat de tekortkoming niet aan hem te wijten is en dat hij niet nalatig is geweest in het
treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden.
8. De algemene vergadering kan bestuursleden als lid van het algemeen bestuur ontslaan of
schorsen indien zij daartoe termen aanwezig acht, met dien verstande dat voor een daartoe strekkend besluit een meerderheid van tweederde van de uitgebrachte geldige stemmen vereist is. Een schorsing die niet binnen drie maanden gevolgd wordt door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van de termijn.
Dagelijks bestuur
Artikel 16.
1. De voorzitter, de secretaris en de penningmeester vormen tezamen, in dezelfde functies, het
dagelijks bestuur.
2. Het dagelijks bestuur bereidt de bestuursvergadering voor, voert de besluiten van de
bestuursvergaderingen uit en kan door het algemeen bestuur bij bestuursbesluit met met name
genoemde taken worden belast.
3. Het algemeen bestuur regelt bij bestuursbesluit zowel zijn eigen werkzaamheden als die van het
dagelijks bestuur. Ter zake van vergaderingen van het dagelijks bestuur is het bepaalde in artikel 18 voor zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.
Bestuurstaak
Artikel 17.
1. Behoudens de beperkingen volgens de statuten is het algemeen bestuur belast met het besturen
van de vereniging.
2. Indien het aantal leden van het algemeen bestuur beneden het in artikel 15, lid 1 bedoelde aantal
van drie is gedaald blijft het algemeen bestuur bevoegd. Het is echter verplicht zo spoedig mogelijk een algemene vergadering te beleggen waarin de voorziening in de open plaats of in de open plaatsen aan de orde komt.
3. Het algemeen bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door commissies waarvan de leden door het algemeen bestuur worden benoemd en ontslagen en waarvan de bevoegdheden en werkwijze door het algemeen bestuur bij afzonderlijke instructie kunnen worden geregeld. Aan deze commissies kan geen beslissingsbevoegdheid worden toegekend; zij zijn geen orgaan in de zin van artikel 3 van deze statuten.
Bestuursvergadering
Artikel 18.
1. Tenzij het algemeen bestuur anders bepaalt, vergadert het algemeen bestuur wanneer de
voorzitter of twee andere bestuursleden dit verlangen.
2. Het algemeen bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, indien geen bestuurslid zich
tegen deze wijze van besluitvorming verzet en alle bestuursleden aan deze besluitvorming
deelnemen.
3. Alle besluiten, daaronder begrepen de besluiten als bedoeld in lid 2, worden genomen met
meerderheid van uitgebrachte geldige stemmen, mits voor wat in vergaderingen genomen besluiten betreft de meerderheid van de in functie zijnde bestuursleden aanwezig is. Blanco stemmen worden als niet-uitgebracht aangemerkt. Ieder bestuurslid heeft één stem.
4. Over elk voorstel wordt afzonderlijk en mondeling gestemd, tenzij de voorzitter of een bestuurslid anders wenst.
5. Het door de voorzitter uitgesproken oordeel dat het algemeen bestuur een besluit heeft genomen, is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover gestemd werd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
6. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het in lid 5 bedoelde oordeel de juistheid daarvan betwist, dan wordt zonodig het te nemen besluit schriftelijk vastgelegd en vindt een
nieuwe stemming plaats, indien een bestuurslid dit verlangt. Door deze nieuwe stemming
vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
7. Het algemeen bestuur bepaalt welke leden als toehoorder tot zijn vergaderingen worden
toegelaten. Toehoorders hebben het recht in die vergaderingen het woord te voeren, doch
hebben geen stemrecht.
8. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris of een door de voorzitter aangewezen notulist notulen gemaakt, die door de voorzitter en de secretaris, respectievelijk de voorzitter en de door hem aangewezen notulist worden vastgesteld.
Vertegenwoordiging
Artikel 19.
1. De vereniging wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door het algemeen bestuur of door
het dagelijks bestuur.
2. Het algemeen bestuur is, mits met voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering,
bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen, het sluiten van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een derde verbindt.
3. Personen, aan wie hetzij in deze statuten, hetzij krachtens volmacht vertegenwoordigings- bevoegdheid is toegekend, oefenen deze bevoegdheid niet uit dan nadat tevoren een bestuursbesluit is genomen, waarbij tot het aangaan van de betreffende rechtshandeling(en) is besloten. Overtreding hiervan kan noch door, noch aan de vereniging of de wederpartij worden tegengeworpen.
Rekening en verantwoording
Artikel 20.
1. Het algemeen bestuur houdt zodanig aantekening van de vermogenstoestand van de vereniging,
dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.
2. Het algemeen bestuur brengt, behoudens verlenging door de algemene vergadering, binnen drie
maanden na afloop van het boekjaar van de vereniging op een algemene vergadering zijn jaarverslag alsmede een balans en een staat van baten en lasten uit. Het legt, onder overlegging van de nodige bescheiden, rekening en verantwoording af over het in het afgelopen boekjaar gevoerde beleid. Bij gebreke hiervan kan, na afloop van de termijn, ieder lid deze rekening en verantwoording in rechte van het algemeen bestuur vorderen.
3. Tenzij de algemene vergadering op een andere wijze in het toezicht op het algemeen bestuur voorziet, kiest de algemene vergadering een kascommissie, bestaande uit drie leden die geen deel mogen uitmaken van het algemeen bestuur. De leden van deze kascommissie worden gekozen voor de duur van drie jaar en treden volgens een op te maken rooster af.
De kascommissie onderzoekt de rekening en verantwoording van het algemeen bestuur en brengt
aan de algemene vergadering verslag van haar bevindingen uit.
4. Het algemeen bestuur is verplicht aan de kascommissie alle door haar gewenste inlichtingen te
verschaffen, haar desgewenst de kas te tonen en inzage van de boeken en bescheiden van de
vereniging te geven.
5. De opdracht aan de kascommissie kan te allen tijde door de algemene vergadering worden
herroepen, doch slechts door de verkiezing van een andere commissie.
6. Goedkeuring door de algemene vergadering van het jaarverslag en de rekening en
verantwoording strekt het algemeen bestuur tot decharge voor alle handelingen, voor zover die
uit de jaarstukken blijken.
7. Het algemeen bestuur is verplicht de bescheiden als bedoeld in de leden 1, 2 en 3 tien jaar lang te
bewaren.
Algemene vergadering
Artikel 21.
1. Jaarlijks zal uiterlijk drie maanden na afloop van het boekjaar van de vereniging een algemene
vergadering worden gehouden.
2. De agenda van deze vergadering bevat onder meer:
a. bespreking van de notulen van de vorige algemene vergadering;
b. jaarverslag van de secretaris;
c. behandeling en vaststelling van de jaarstukken en entreegelden;
d. vaststelling casu quo goedkeuring van de contributies;
e. vaststelling van de begroting;
f. voorziening in vacatures;
g. rondvraag.
3. Voorts worden algemene vergaderingen gehouden zo dikwijls het algemeen bestuur dit wenselijk oordeelt.
4. Het algemeen bestuur is op schriftelijk verzoek van tenminste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van eentiende gedeelte van de stemmen in de algemene vergadering verplicht tot het bijeenroepen van de algemene vergadering op een termijn niet langer dan vier weken na indiening van het verzoek.
Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg is gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot de bijeenroeping overgaan met overeenkomstige toepassing van het bepaalde in het volgende lid.
5. De algemene vergadering wordt bijeengeroepen door het algemeen bestuur, met inachtneming van een termijn van tenminste veertien dagen, de dag van oproeping en die van de vergadering niet meegerekend.
6. De bijeenroeping geschiedt door:
a. kennisgeving op de internetsite van de vereniging en op de publicatieborden in het
verenigingsgebouw;
b. een elektronisch aan alle leden te zenden uitnodiging met vermelding van de agenda.
7. Alle leden hebben toegang tot de algemene vergadering, voor zover een lid niet ten tijde van de vergadering is geschorst. Zij hebben in de vergadering spreekrecht. De voorzitter kan tevens toegang verlenen aan niet-leden.
Besluitvorming algemene vergadering
Artikel 22.
1. In de algemene vergadering hebben juniorleden en studentleden één stem en seniorleden,
ereleden en leden van verdienste twee stemmen.
2. Ieder lid is bevoegd zijn stem te doen uitbrengen door een schriftelijk daartoe gemachtigd ander
lid. Een lid kan slechts als gemachtigde optreden voor ten hoogste twee andere leden. Het stemrecht van een juniorlid kan slechts worden uit geoefend door zijn/haar wettelijk vertegenwoordiger.
3. Tenzij anders in deze statuten is bepaald, worden besluiten genomen met absolute meerderheid van uitgebrachte geldige stemmen. Onder absolute meerderheid wordt verstaan meer dan de helft van de uitgebrachte geldige stemmen.
4. Als ongeldige stemmen worden aangemerkt uitgebrachte stemmen dan wel stembiljetten die, naar het oordeel van de voorzitter;
a. blanco zijn;
b. zijn ondertekend;
c. onleesbaar zijn;
d. een persoon niet duidelijk aanwijzen;
e. de naam van een persoon bevatten die niet kandidaat gesteld is;
f. voor iedere verkiesbare plaats meer dan één naam bevatten;
g. meer bevatten dan een duidelijke aanwijzing van de persoon die is bedoeld.
5. Alle stemmingen over zaken geschieden mondeling, over personen schriftelijk, bij gesloten, ongetekende briefjes, tenzij de voorzitter zonder tegenspraak uit de vergadering een andere wijze van stemmen bepaalt of toelaat. Voor iedere vacature wordt afzonderlijk gestemd.
6. Indien bij een stemming over personen bij de eerste stemming niemand de meerderheid van de uitgebrachte geldige stemmen heeft verkregen, wordt een tweede stemming gehouden. Verkrijgt bij deze stemming ook niemand de meerderheid van de uitgebrachte geldige stemmen, dan vindt herstemming plaats over de personen, die het hoogste aantal stemmen hebben verkregen.
7. Heeft slechts één persoon het hoogste aantal stemmen verkregen, dan vindt herstemming plaats over hem en degene die het op één na hoogste aantal stemmen heeft verkregen. Zijn er meer personen die het op een na hoogste aantal stemmen hebben verkregen, dan vindt over hen eerst een tussenstemming plaats om uit te maken wie de kandidaat wordt voor de herstemming.
8. Zowel bij de tussenstemming als bij de herstemming(en) is hij gekozen die de meerderheid van de uitgebrachte geldige stemmen heeft verkregen. Staken bij deze stemming de stemmen, dan beslist het lot.
9. Een ter vergadering door de voorzitter uitgesproken oordeel, dat een besluit is genomen, is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover gestemd word over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Indien na het uitspreken van dit oordeel de juistheid daarvan wordt betwist, dan wordt zonodig het te nemen besluit schriftelijk vastgelegd en vindt een nieuwe stemming plaats wanneer de meerderheid der vergadering, of indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een lid dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
Bevoegdheden algemene vergadering
Artikel 23.
1. Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de
wet of door deze statuten aan het algemeen bestuur of aan andere organen van de vereniging zijn
opgedragen. De algemene vergadering stelt het algemeen beleid vast.
2. De algemene vergadering kan commissies instellen en opheffen. Zij regelt bij afzonderlijk
reglement de samenstelling, de taak en de bevoegdheden van deze commissies.
3. Indien aan een commissie, bedoeld in het voorgaande lid, door de algemene vergadering
beslissingsbevoegdheid is toegekend, is zij krachtens artikel 3 orgaan van de vereniging.
Leiding en notulering algemene vergadering
Artikel 24.
1. De algemene vergadering wordt geleid door de voorzitter van het algemeen bestuur. Bij
afwezigheid van de voorzitter treedt een ander, door het algemeen bestuur aan te wijzen bestuurslid als voorzitter op. Wordt ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de algemene vergadering daarin zelf.
2. Van het verhandelde in de algemene vergadering worden door de secretaris of door een door de voorzitter aangewezen notulist notulen gemaakt. De notulen worden, na vaststelling door de voorzitter en de secretaris, respectievelijk de voorzitter en de door hem aangewezen notulist, ter kennis van de leden gebracht en worden in de eerstvolgende algemene vergadering besproken.
Reglementen
Artikel 25.
1. De organisatie, alsmede de taken en bevoegdheden binnen de vereniging kunnen nader worden
geregeld in afzonderlijke reglementen, met dien verstande, dat deze reglementen door de
algemene vergadering worden vastgesteld.
2. Reglementen als bedoeld in lid 1, alsmede wijzigingen van dergelijke reglementen treden in
werking op de eenentwintigste dag na de dag waarop de algemene vergadering het besluit tot vaststelling of wijziging heeft genomen, tenzij anders zal worden bepaald.
3. Iedere vaststelling of wijziging van een reglement wordt gepubliceerd op de internetsite van de vereniging, onder vermelding van de datum van inwerkingtreding en met letterlijke weergave van de tekst van de aangenomen bepaling(en).
4. De in lid 1 bedoelde reglementen mogen niet in strijd zijn met de wet noch met de statuten.
Statutenwijziging
Artikel 26.
1. De statuten kunnen slechts worden gewijzigd door een besluit van een algemene vergadering,
waartoe werd opgeroepen met de mededeling, dat aldaar wijziging van de statuten zal worden
voorgesteld.
2. Zij, die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot
statutenwijziging hebben gedaan, moeten tenminste veertien dagen voor de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag, waarop de vergadering wordt gehouden. Bovendien wordt de voorgestelde wijziging tenminste veertien dagen voor de vergadering via elektronische post aan de leden toegezonden.
3. Een besluit tot statutenwijziging behoeft tenminste tweederde van de uitgebrachte geldige stemmen, in een vergadering waarin tenminste tweederde van de stemgerechtigde leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Indien geen tweederde van de stemgerechtigde leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, wordt binnen vier weken daarna een tweede vergadering bijeengeroepen en gehouden. In die tweede vergadering kan over het voorstel, zoals dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest, een besluit kan worden genomen ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde stemgerechtigde leden, mits met meerderheid van tenminste twee/derde van de uitgebrachte geldige stemmen.
4. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariele akte is opgemaakt. Van dit tijdstip en van de letterlijke tekst van de aangenomen bepalingen worden mededeling gedaan op de internetsite van de vereniging. Ieder lid van het algemeen bestuur is afzonderlijk tot het doen verlijden van deze akte bevoegd.
Ontbinding of vereffening
Artikel 27.
1. De vereniging wordt ontbonden door een daartoe strekkend besluit van de algemene
vergadering, genomen met tenminste tweederde van het aantal uitgebrachte geldige stemmen in een vergadering waarin tenminste tweederde van de stemgerechtigde leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
2. Het bepaalde in de leden 2 en 3 van artikel 26 is van overeenkomstige toepassing.
3. Indien bij het besluit tot ontbinding geen vereffenaars zijn aangewezen, geschiedt de vereffening
door het algemeen bestuur.
4. Een eventueel batig saldo zal niet vervallen aan degenen die ten tijde van het besluit tot
ontbinding lid zijn, maar aan een dan door de algemene vergadering aan te wijzen doel passend
binnen de doelstelling van de vereniging.
5. Na de ontbinding blijft de vereniging voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar
vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten en reglementen voor zover mogelijk van kracht In stukken en aankondigingen die van de vereniging uitgaan moeten aan haar naam worden toegevoegd de woorden ‘in liquidatie’.
Vastgesteld tijdens de Algemene Vergadering van 23 maart 2012.