Vrijdag de dertiende gingen we voor de dertiende keer roeien in het buitenland. We hadden besloten om het eens dichtbij huis te zoeken. Het werd de Eems, maar dan meer naar het zuiden.
Volgens de website ‘Gewässerkatalog‘ die we regelmatig consulteren voor een tocht werd aangeraden om de Eems niet hoger dan Warendorf te starten. Watersandalen werden aangeraden. Bij lage waterstand werd afgeraden om te roeien.
Het was twee weken droog geweest. Je kon aan de rand zien, dat het water wel eens 20 centimeter hoger staat, maar wat we zagen was zeker op deze plaats diep genoeg.
Onder de brug vertrokken we met een stroming van zo’n 3 kilometer per uur mee. We kennen dit van de Lahn. Het betekent goed in het midden varen. Bij wat verdachte rimpelingen gingen beide stuurlieden staan om een beter overzicht te hebben en naar de rustigste plek te sturen, waar het water het vlakste was. We genieten van het resultaat van de door ons en Bert opgeknapte Schuttevaer.
Aan weerszijde staan verschillende boomsoorten zo’n 2 meter hoger op de oever en als je verder kijkt, dan zie je de heuvels. Zo dicht bij Zwolle en toch een echt ander landschap. Het is helemaal stil op de natuurgeluiden na en we komen geen enkele kanoër tegen en dat in het Pinksterweekend (en dat blijft bijna zo).
We komen op een plaats waar aangeraden wordt om bij laag water maar met 1 persoon langs de stroomversnelling te gaan. Eén gaat alleen met een peddel op de stuurmansplaats als een volleerd rafter soepel langs de rotsblokken. Een andere boot waar twee manschappen in zitten, landt zachtjes tegen een drijvende dode boom en 1 bemanningslid springt geheel voorbereid tot zijn schouders in het water en leidt de boot verder naar rustiger water op zijn watersandalen. Verder is het genieten van de stilte en de natuur en komen we geen noemenswaardige problemen tegen. Pas bij Tilgte komen we het volgende obstakel tegen: een oude stuw, waarbij de boten er echt uit moeten. Achter de stuw is zo’n miserabel stroompje, dat we op zoek gaan, waar we de volgende dag de boot weer te water kunnen laten. Dat vinden we aan de rechteroever vlak nadat de onbevaarbare zijtak zich weer bij dit stroompje voegt. We zijn blij dat we de botenwagen voor deze kilometer bij ons hebben.
De volgende dag komen we weer bij stroomversnellingen. Bij twijfel over de diepte halen we het roertje er uit. Bij een rotsstuw, dat wil zeggen er liggen rotsblokken onder water als stuw, met een verval van zo’n 20 centimeter waar onze beschrijving geen raad over geeft (ernaast lopen is moeilijk, de oever blijft stijl en 2 tot 3 meter hoger) raken de boten in de knik toch even met de kiel de rotsen. Au.
We komen door het Naturschutzgebied waar we de noodzakelijke toestemming voor hebben gekregen van het plaatselijke VVV: ‘Wir wünschen Ihnen für ihre Kanotour viel Spass’ ook al hadden we echt voor twee Ruderboten gevraagd. Het is schitterend. Langs oevers veel gaten van oeverzwaluwen, veel vogelgeluiden en overal kapotte en overdwars liggende takken en boomstammen. De takken van de bomen aan weerszijde zijn laag. Met de riemen kun je er net onderdoor en met hoger water was dit onmogelijk geweest.
Dan komen we bij een stroomversnelling die we echt niet vertrouwen. We stappen uit en opnieuw laveert de vorige rafter er door met het roertje veilig aan boord en de ander met roeier en met een peddel sturende stuurman, terwijl drie bemanningsleden door brandnetels, over rotsblokken en kreupelhout zich een weg banen, waarvan 1 schaars gekleed om als het moet in het water bijstand te kunnen verlenen.
Iets verder is de stroom behoorlijk, zo’n 5 kilometer per uur. Een boot ligt stil en de andere boot probeert er langs heen. De boeg roeit nog vast, maar met dit snelle water heeft dit geen enkel effect en het horizontale deel van het roertje wordt met een rigger geraakt en breekt af. De zich schuldig voelende stuurman repareert dit roertje door de vlaggenstok als spalk te gebruiken om die aan de bemanning zonder roertje te geven. Deze boot komt vervolgens stuurloos, ja, zucht, tegen het goede roertje aan, dat op dezelfde plek afbreekt. Balen. Pas na een uur wordt de pijn wat gerelativeerd door opmerkingen dat we al 20 jaar schadevrij op de zondag roeien, terwijl mensen die uit de kolk gaan aanvaringen hebben en er ook wedstrijdboten van botenwagens afwaaien. Shit happens. Het gespalkte roertje werkt en de andere boot gaat met bakboord beter enzovoort langzaam verder. We hebben die dag pas 10 kilometer afgelegd, zijn buiten het natuurgebied en we komen bij een bord, dat het levensgevaarlijk is om verder te roeien, vanwege een aquaduct waar we onder door moeten. We besluiten de botenwagen op te halen. Genoeg avontuur voor vandaag. Die avond worden de roertjes met dwarsbalkjes gerepareerd.
De volgende dag 400 meter na het zwembad in Greve is ook een bord met levensgevaarlijke doorgang. Het tussen de rotsen doorkolkende water geeft geen enkele ruimte voor twijfel. Ook nu weer zijn we blij met de botenwagen als transportmiddel. Richting Rheine gaat het voorspoedig, maar we krijgen drie regenbuien op ons hoofd. Bij de kanovereniging van Emsdetten wordt ons aangeboden naar het Waldhotel te rijden voor een maaltijd. Daar vragen ze of we gezwommen hebben. We worden zelfs weer opgehaald!
Vanaf Rheine gaan we via twee zelf te bedienen sluizen. Pas op de drempel! is voor ons een bekende waarschuwing. Het kost ons een uur. Als we even later bij een stroomversnelling komen waar de routebeschrijving aangeeft, dat je er rechts over heen kunt, omdat in het midden rotsblokken liggen, twijfelen we toch bij deze onstuimige plek. Links is weer een sluis. Dat gaat ons opnieuw tijd kosten. Eén ploeg besluit om de boot begeleid met touw en pikhaak er links langs te laten gaan en onze rafter probeert het opnieuw. Dit keer is de stroom hem echter de baas en gaat hij juist via het midden en we horen een geluid, dat we liever niet hadden willen horen. Iets verder op gaat ook hij geschrokken over tot begeleiden met een touw en met niemand in de boot. Hadden we deze stuw met volle bemanning wel kunnen nemen aan de rechter kant? Waren we te voorzichtig of niet voorzichtig genoeg?
Tot de sluis van Listrup is de nu al veel bredere Eems verder goed bevaarbaar in een mooi weids landschap dat op die van de Vecht lijkt.
Nog niemand voor ons had naar ons weten dit stuk van de Eems bevaren. 99% was geen wildwaterbaan, maar die 1% was dat wel. Wij gaan deze tocht dan ook zeker niet aanraden voor anderen is de conclusie van deze verkenning.
Remco Korteweg