De afgelopen tijd zijn er meerdere (bijna) aanvaringen geweest met ongestuurde boten. Vaak is de reactie: ‘Dan hadden ze maar beter moeten omkijken.’ Dat klinkt simpel, maar omkijken is ingewikkelder dan je denkt. Als roeier in een ongestuurde boot heb je te maken met de dode hoek. In dit artikel lees je hier meer over en krijg je tips voor beter omkijken.
Het menselijk blikveld (A in het plaatje, waarbij hoofd en ogen niet bewegen) is ongeveer 50 graden, waarvan het deel dat echt scherp gezien wordt maar 5 graden is. Hoe verder objecten in de uithoeken van het blikveld waargenomen worden, hoe vager het beeld daarvan wordt. De hersenen zullen interpreteren wat gezien wordt, gebaseerd op basis van vroegere ervaringen. Hierdoor neemt de kans op foutieve waarneming toe.
Door je ogen naar links of rechts te bewegen wordt het veld (B) dat overzien kan worden verruimd naar ongeveer 170 graden. Door ook het hoofd naar links of naar rechts mee te bewegen, wordt dat ongeveer 300 graden (C). Zo blijft er toch nog een dode hoek over van ongeveer 60 graden die overbrugd moet worden door ook het bovenlichaam mee te bewegen. Helaas neemt hierdoor de kans op balansverstoringen toe, waardoor het vaak niet voldoende en vaak genoeg toegepast wordt. Nekken en ruggen hebben de neiging in de loop van het leven steeds stijver te worden met als gevolg dat de dode hoek steeds groter wordt.
• Kijk regelmatig om en dwing jezelf je te realiseren of je over beide schouders over het puntje van de boot kunt kijken.
• Oefen regelmatig je nek en bovenlijf. Doe het vooral voordat je gaat varen.
• Houd altijd stuurboordwal (het uiterste kwart van de vaarweg), snijd geen bochten af. Hierdoor neemt de kans op ramkoers met andere boten af en verschijnen ze eerder in het blikveld. Blijf desondanks goed kijken, want andere roeiers en schippers kunnen ook fouten maken.
• Zorg dat stuurlieden van binnenvaartschepen je altijd goed kunnen waarnemen door uit hun dode hoek te blijven. Weet dat schepen volgens het Binnenvaart Politie Reglement een dode hoek tot 350 meter voor de boeg mogen hebben.
Vuistregel: als je de stuurhut helemaal kunt zien, kan de schipper jou ook zien.
• Draag altijd reflecterende kleding (of pet/muts) om jouw zichtbaarheid te vergroten.
• Schroom niet om mede-roeiers op een positieve en correcte manier eraan te herinneren goed zichtbare kleding te dragen en stuurboordwal te houden. Maak er een gewoonte van om iemand die jou eraan herinnert te bedanken. Zij denken mee aan jouw veiligheid!